Werk en inkomensondersteuning en inclusiviteit

Beschermingsbewind houdt in dat mensen door de rechter financieel onder curatele worden gesteld. Deze mensen krijgen dan een bewindvoerder. Ze kunnen dan niet meer zelf over hun geld beslissen, dit doet de bewindvoerder. De gemeente moet de kosten van de bewindvoerder betalen.

De rechter plaatst steeds meer mensen onder beschermingsbewind. Het wordt per klant ook steeds duurder. De kosten stijgen daardoor met € 0,37 miljoen. Mensen stromen ook bijna niet uit. Daarom zijn de kosten structureel.
Het Rijk compenseert gemeenten hier niet voor.

Op 1 januari 2021 is de nieuwe Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ingegaan. De wet verplicht woningcorporaties, zorgverzekeraars, nutsbedrijven om beginnende betalingsachterstanden te melden bij de gemeente. De gemeente moet op deze signalen reageren. Bijvoorbeeld met een huisbezoek, per mail, telefoon, sms of schriftelijk. Daarna moet de gemeente een aanbod te doen voor schuldhulpverlening. Hiervoor hebben we extra personeel nodig.

Dit fonds is bestemd voor jongeren van 18 t/m 27 jaar met schulden. We willen deze jongeren de kans op een nieuw begin bieden. Dit betekent dat we de schulden van de jongeren over nemen. De gemeente vraagt de jongere dan om een klein deel van de schuld aan de gemeente in 2 jaar af te lossen. Dit kan met geld of door een maatschappelijke prestatie.
De belastingdienst is voor 80% de grootste schuldeiser. De belastingdienst wil een aflossingstermijn van 3 jaar. Zonder de belastingdienst komen we niet tot een schuldregeling. Daarom passen we de aflossingstermijn aan van 2 naar 3 jaar.
Door de corona-crisis en de gesprekken met de belastingdienst begint de regeling niet in 2020, maar in tweede kwartaal 2021 te lopen. Dit betekent dat er tot en met 2023 begeleiding nodig is. Dit kost extra geld.