Afwijkingen per risicogroep

Invalideparkeerplaatsen

Bij de perspectiefnota heeft u besloten dat aanvragers van een invalideparkeerplaats de aanlegkosten moeten betalen. Hiervoor moeten we de tarievennota aanpassen. Dit kan pas vanaf 2022. De begrote inkomstenpost van € 100.000 kan dit jaar niet worden gerealiseerd.

a. LTA tarieven

b. kosten meerzorg

Samen met de andere Flevolandse gemeenten zijn wij opdrachtgever. Het contract wordt uitgevoerd door een groep jeugdhulpaanbieders. We noemen dat het 'samenwerkingsverband'. We hebben een vast jaarbedrag afgesproken voor de zorg. Deze afspraak geldt niet voor specialistische jeugdhulp en voor 'meerzorg'.

a. Specialistische jeugdhulp
We betalen voor specialistische jeugdhulp (LTA) bij de locatie Groot Emaus op basis van daadwerkelijk gebruik. Uit de afrekening over 2020 blijkt dat deze kosten € 100.000 hoger zijn dan geraamd in de begroting. Dat geld moeten we dus extra beschikbaar stellen.

b. Heel ingewikkelde zorg: 'Meerzorg'
Ook voor deze zorg moeten we extra bijbetalen. We hadden al rekening gehouden met een extra bedrag van € 300.000. Maar het blijkt dat de kosten vorig jaar nog € 160.000 hoger zijn.

In 2021 hebben we hiervoor geen geld. Vanaf 2022 en daarna hebben we hiervoor op het programma financiën geld gereserveerd. Daaruit betalen we vanaf 2022 deze extra kosten.

De ambulante crisishulpverlening is regionaal georganiseerd met de andere gemeenten in Flevoland.

Sinds kort zijn de werkelijke uitgaven 2020 bekend. In 2020 hebben we € 0,1 miljoen minder uitgegeven. We verwachten dat dit ook zo zal zijn in 2021 en de jaren daarna.

Op sommige scholen bieden we deze arrangementen aan in de plaats van individuele jeugdhulp. We geven hiervoor subsidie aan zorgverleners. De zorgverleners moeten hun kosten hiermee betalen. Sommige zorgaanbieders hebben deze zorg vorig jaar per ongeluk ook nog apart in rekening gebracht. Dat vragen we nu terug. We schatten in dat het om een bedrag van € 200.000 gaat.

jeugdhulp zonder verblijf

persoonsgebonden budget

verwachte extra volumegroei 2022

In de eerste vier maanden van 2021 zien we de uitgaven voor de jeugdhulp zonder verblijf met beschikking stijgen. De stijging is ongeveer 24% ten opzichte van de eerste vier maanden in 2020. Dit is meer dan waar we in de begroting rekening mee hebben gehouden. Het is nog onzeker hoe hoog de uitgaven in de laatste acht maanden van 2021 zullen zijn. Als de kostenstijging zich doorzet komen we uit op een tekort van € 3,9 miljoen. Voor de jeugdhulp zonder verblijf via het persoonsgebonden budget wordt in 2021 een voordeel verwacht van € 0,2 miljoen. Per saldo leidt dit tot een tekort van € 3,7 miljoen op de jeugdhulp zonder verblijf in 2021. Dit is een kostenstijging van in totaal ongeveer 19% ten opzichte van de kosten in 2019.  

Voor 2022 verwachten we ook nog een kostenstijging voor de jeugdhulp zonder verblijf. Dit komt omdat het Rijk dan nog geen wetswijzigingen heeft doorgevoerd. Ook verwachten we nog na-ijleffecten van corona, zoals het wegwerken van wachtlijsten. Verder verwachten we zelf pas grote besparingen te kunnen realiseren in 2023. Er moeten dan nieuwe contracten worden afgesloten voor de jeugdhulp. We houden daarom rekening met een kostenstijging van 15% in 2022.  

De kostenstijging is in principe structureel, maar we weten nog niet voor welk bedrag. We hebben de begroting daarom ook niet structureel bijgesteld.  Dit heeft twee belangrijke redenen:
1. we weten nog niet hoeveel geld we extra van het Rijk krijgen vanaf 2023 . We willen geen extra kosten opnemen zonder dat we de extra inkomsten kunnen inschatten;
2. we weten nog niet welk effect de Rijksmaatregelen zullen hebben. Hiervoor is extra tijd nodig. Ook moet landelijk de hervormingsagenda nog worden vastgesteld.

Bij de programmabegroting zullen we de inschatting van de uitgaven in 2021 en 2022 bijstellen. Ook zullen we een inschatting maken voor 2023 en verder.

De toegang van de jeugdhulp loopt voor een groot deel via de jeugdgezondheidszorg (JGZ) Almere. Het is erg druk bij de JGZ. Hierdoor is er een wachtlijst. Om de wachtlijst weg te werken zetten we € 250.000 in. We denken dat we ook volgend jaar nog extra geld nodig hebben om de wachtlijst weg te werken.

We voeren de jeugdbescherming en jeugdreclassering samen met de andere gemeenten in Flevoland uit. De regio geeft hiervoor een subsidie aan Samen Veilig Midden Nederland.
Uit de jaarrekening 2020 blijkt dat we deze subsidie structureel met € 0,2 miljoen moeten verhogen.

Beschermingsbewind houdt in dat mensen door de rechter financieel onder curatele worden gesteld. Deze mensen krijgen dan een bewindvoerder. Ze kunnen dan niet meer zelf over hun geld beslissen, dit doet de bewindvoerder. De gemeente moet de kosten van de bewindvoerder betalen.

De rechter plaatst steeds meer mensen onder beschermingsbewind. Het wordt per klant ook steeds duurder. De kosten stijgen daardoor met € 0,37 miljoen. Mensen stromen ook bijna niet uit. Daarom zijn de kosten structureel.
Het Rijk compenseert gemeenten hier niet voor.

Dit fonds is bestemd voor jongeren van 18 t/m 27 jaar met schulden. We willen deze jongeren de kans op een nieuw begin bieden. Dit betekent dat we de schulden van de jongeren over nemen. De gemeente vraagt de jongere dan om een klein deel van de schuld aan de gemeente in 2 jaar af te lossen. Dit kan met geld of door een maatschappelijke prestatie.
De belastingdienst is voor 80% de grootste schuldeiser. De belastingdienst wil een aflossingstermijn van 3 jaar. Zonder de belastingdienst komen we niet tot een schuldregeling. Daarom passen we de aflossingstermijn aan van 2 naar 3 jaar.
Door de corona-crisis en de gesprekken met de belastingdienst begint de regeling niet in 2020, maar in tweede kwartaal 2021 te lopen. Dit betekent dat er tot en met 2023 begeleiding nodig is. Dit kost extra geld.

We hebben een structurele buffer opgenomen van € 1 miljoen. Dit bedrag is beschikbaar om hogere kosten voor de jeugdhulp met verblijf te betalen. Hiervan is € 0,6 miljoen ingezet in de eerste kwartaalrapportage (perspectiefnota 2022). We hebben dus nog € 0,4 miljoen over.
Nu zijn de kosten nog € 260.000 hoger geworden. Dat staat op het programma zorg en welzijn. We betalen deze hogere kosten uit de structurele buffer.