Afwijkingen per risicogroep

De rente is licht gestegen waardoor onze rentekosten stijgen

Daardoor denken we iets meer aan rente te moeten betalen dan we een kwartaal geleden dachten.
De Europese Centrale Bank (ECB) voert het monetaire beleid uit voor het Euro gebied en heeft als belangrijke taak om de inflatie te beperken. De Europese  Centrale Bank stuurt op de rentetarieven.
Met de herfinancieringsrente stuurt de bank op kortlopende leningen. Deze in het vierde kwartaal ongewijzigd gebleven op 0,00%. Het 3-maands tarief is dit kwartaal met 0,02% gedaald naar -0,57%.
De ECB stuurt op de langlopende leningen via hun 'opkoopprogramma'.  De bank koopt staatsobligaties van banken. De banken krijgen zo weer geld in kas, wat ze tegen lage rente aan bedrijven en instellingen kunnen lenen. Door dit ‘opkoopprogramma’ is de lange rente ook in het vierde kwartaal van 2021 laag gebleven. Maar de rente stijgt wel. De rente die de gemeente moet betalen op geldleningen met een looptijd van 10-jaars is in het vierde kwartaal gestegen van 0,27% naar 0,41%.

Renterisico

We hebben in kaart gebracht hoe groot het risico is dat we door rentestijgingen lopen. De nodige omvang van deze buffer hebben we nu voor het eerst berekend. We hebben de volgende bedragen nodig:

• incidenteel renterisico € 3,4 miljoen
• incidenteel risico pensioen wethouders € -1,1 miljoen

Het totale incidentele risico bedraagt € 2,3 miljoen.
Daarnaast is er nog een structureel renterisico van € 1,2 miljoen.

Deze berekeningen komen voort uit ons project risicomanagement. Zie de bijlage voor meer informatie. Zolang dit project nog loopt, zijn deze tussenuitkomsten puur ter informatie. Onze risicoparagraaf is op dit moment nog gebaseerd op de oude systematiek.

bedragen x € 1.000